SOLDAATJE 'SPELEN'

Keek op de Week

7 augustus 2015


Even vlug terug naar een ver en inmiddels grijs verleden:
Vroeger, toen ik nog piep jong en welhaast lief naïef was, ging ik, als ik me zat te vervelen, naar buiten om samen met andere vervelende vriendjes cowboytje, indiaantje of soldaatje te spelen.
Ik was meestal een cowboy of soldaat, want die hadden immers pistolen en geweren. Indianen moesten en konden zich vroeger immers alleen met snufjes, pijl en boog verdedigen-verweren.
Echter de pijl en boog was qua effectiviteit en kwaliteit slecht en natuurlijk waren de kogels, knappertjes als je die al mocht kopen ook niet echt.
Je schoot gewoon met boog en pijl of namaak kogel en met de woorden “pang-pang” je “vijand” zogenaamd dood.

Het klinkt idioot en allemaal lang geleden, voor mij alweer jaren en haren later, maar nu in het heden zit ons beroepsleger met een enorm probleem en daar kunnen we/ze niet om heen.
Door kogel –lees geld- tekort moet de soldaat tegenwoordig tijdens de scherpschiettrainingen, als er met het “wapen” zogenaamd wordt gericht - de ogen wijd open en de oren potdicht – en zodra de niet aanwezige kogel het geweer heeft verlaten, “PANG” zeggen.

Dit werd afgelopen zaterdag gemeld en verteld door onze eigen defensietop.
Ik vind dat een banaal/lullig en welhaast onvoorstelbaar, amateuristisch en meer dan schandalig verhaal.
Het is voor onze Nederlandse beroepsmilitairen die ons land moeten en willen verdedigen en in vreemde oorden vaak onder barre omstandigheden moeten helpen/strijden vechten voor betere tijden, slecht voor het/hun moraal.
Zij zijn toch zeker geen soldaat geworden, omdat ze zich thuis zaten te vervelen en geen vrienden/innen meer hadden om mee buiten te “spelen”.
En de vijand, als hij/zij het al verstaat, wordt van één of drie keer “pang” echt niet bang.

Roelf K.